LOWTONES 100
Sunday, October 24, 2004
  1. Joy Division – Unknown Pleasures (Factory, 1979)
Ik ben wel een beetje blij dat ik dit niet tijdens mijn puberteit voor mijn kiezen gekregen heb. Op momenten was die situatie niet ideaal om in de donkere sfeer van Unknown Pleasures gezogen te worden. Nu ik kan relativeren ;), smul ik van de miserabele teksten, de geweldig diepe basloops en doffe drumslagen. Een plaat die zoveel uitstraalt dat je het na vijftig keer luisteren nog niet helemaal bevat. Deze plaats staat hier rotsvast.

2. Radiohead – Kid A (Capitol, 2000)
Nodeloos gepiel? Natuurlijk! Als je geen besef van muziek hebt. Moeilijk? Natuurlijk, als je geen waarde hecht aan een diep gevoel voor muziek. Yorke is passie, passie voor jazz bijvoorbeeld. Passie voor Scott Walker. Passie voor goede muziek. Passie voor electronische spasmes. Hij wordt zo in die passie gezogen dat Kid A de enige juiste weg is voor hem in die tijd. Het was even wennen maar het is het nog steeds waard.

3. Sigur Ros – Agaetis Byrjun (Bad Taste, 1999)
Onbeschrijflijk. Het moment dat deze plaat zich in mijn bewustzijn nestelde was een van de meest onvergetelijke muzikale momenten in mijn leven. Het besef dat niet alles om het liedje hoeft te draaien. Vocalen die je raken zonder dat je ze verstaat. Puur gevoel.

4. The Smiths – The Queen Is Dead (Sire, 1986)
Extreem cynische teksten, de frisse gitaarloops van meneer Marr. Het uitmuntende puberleed van Morrissey. Herkenbaar pijnlijk maar ook lachwekkend en humoristisch.

5. Talk Talk – Laughing Stock (Polydor, 1991)
Die adembenemende orgel, de sputterende gitaren, de jazzy drumslagen, de rust, zoveel in één. Dat Talk Talk hiertoe in staat was, dat wist ik niet toen ik als tiener ‘It’s My Life’ meezong. Respect. Mark Hollis is een held. Lee Harris net zo goed.

6. Radiohead – OK Computer (Capitol, 1997)
Van grote invloed geweest op mijn ‘muzikale vorming’. De voorliefde voor cynisme en epische melancholie werd door OK Computer definitief gevormd.

7. My Bloody Valentine – Loveless (Sire, 1991)
Hmmm hmmm. De troebele wateren van Loveless zijn niet diepbruin maar (ongetwijfeld veroorzaakt door de hoes) roze en dieppaars. Wateren waarin de vervormde gitaarklanken door de stroming naar onaardse dieptes worden gevoerd. Belinda Butcher in een roes, net wakker, half dromend, zingend, mijmerend. Hmmm hmmmmmmmmmmmmmmmmm…..

8. Michael Jackson – Bad (Epic, 1987)
Verrassend? Ik kan er echt niet om heen. Onmogelijk met liedjes als ‘The Way You Make Me Feel’, ‘Liberian Girl’, ‘Dirty Diana’, ‘Smooth Criminal’ en ‘Man In The Mirror’. Jong, fan etc.

9. Fennesz – Endless Summer (Mego, 2001)
Ik kom altijd terug op contrast als ik het over muziek heb die me erg boeit. Het contrast tussen twee totaal verschillende geluiden roept een sterke reactie op. Bij Fennesz zijn het de verstorende ruisgewaden die contrasteren met af en toe oprispende gitaarmelodieën. De zomer is inderdaad oneindig met dit plaatje op.

10. Slowdive – Souvlaki (SBK, 1993)
Wat die titel met de muziek te maken heeft ontgaat me volledig. Slowdive combineert zachte vocalen met subtiele maar hoogklimmende gitaarerupties. Omhaag, omlaag, op een wolk, door de lucht, richting hemel en weer terug.
 
Friday, October 22, 2004
  11. GZA – Liquid Swords (Geffen, 1995)
I'm on a mission, that niggaz say is impossible / But when I swing my swords they all choppable / I be the body dropper, the heartbeat stopper / Child educator, plus head amputator / Cause niggaz styles are old like Mark 5 sneakers / Lyrics are weak, like clock radio speakers / Don't even stop in my station and attack / while your plan failed, hit the rail, like Amtrak / What the fuck for? Down by low, I make law / I be justice, I sentence that ass two to four / round the clock, that state pen time check it / With the pens I be stickin but you can't stick to crime / Came through with the Wu, slid off on the DL / I'm low-key like seashells, I rock these bells / (when the MC's..) Now come aboard, it's Medina bound Enter the chamber, and it's a whole different sound / It's a wide entrance, small exit like a funnel / So deep it's picked up on radios in tunnels / Niggaz are fascinated how the shit begin / Get vaccinated, my logo is branded in your skin.
” Genius.

12. Joy Division – Closer (Factory, 1980)
Het album dat Curtis eigenlijk helemaal niet wilde maken, niet hoefde te maken. Een album en een single was genoeg zei hij. Ik ben blij dat hij het toch maar gedaan heeft. ‘Heart And Soul’, ‘Isolation’, ‘The Eternal’ etc. etc. Kippenvel die nooit meer verdwijnt.

13. Miles Davis – Sketches Of Spain (Columbia, 1959)
Gevoel, liefde, romantiek, Latijnse structuren. Sketches Of Spain combineert een brede glimlach en een grote, natte traan. Bovendien een rustgevende jazzplaat, zondagmorgenwerk, met een grote pluim.

14. Can – Tago Mago (Mute, 1971)
Halleluwa! De instrumentale hypnosepreken van Can pakken me nog altijd stevig in mijn kraag. Vooral de horrortrance van ‘Aumgn’. Aaaaauuummmmmmmgn!
Geweldig.

15. Cocteau Twins – Heaven Or Las Vegas (4AD, 1990)
Liz Fraser! Kom mal hierrrrah, du hast die lipstick gekauft en du hast die ingeschlikt! Und jetzt is die lipstick auf ihren stimmbanden gekommen! Das war ja candyfarbe! Jetzt traumen wir! Goed, uhm. Puur snoepgoed dus, de suikerkick is verslavend.

16. Talk Talk – Spirit Of Eden (EMI, 1988)
Lucht ademt, spreekt, daagt uit. De eruptie van een gitaar dringt nog harder door, een trompet blaast melancholische klanken de lege lucht in. Talk Talk kan dit als geen ander. Eenmaal overgegeven aan de schoonheid van Spirit Of Eden wil en kun je er niet meer omheen. Talk Talk is een revolutie.

17. Dr. Dre – The Chronic (Death Row, 1992)
Gangsta met een flinke snuif meligheid en lol, meestal ten koste van het vrouwelijk schoon. De flow van Snoop is ongeëvenaard, die van Dre allesverwoestend. Deze plaat en Enter The Wu Tang (36 Chambers) definieert hiphop voor mij.

18. Bonnie ‘Prince’ Billy – I See A Darkness (Palace, 1999)
“And then I see a darkness”, de soundtrack voor gebroken harten. Bonnie weet me altijd weer op te fleuren. Het kan erger, dus.

19. Godspeed You! Black Emperor – F#A# (infinity) (Kranky, 1998)
Verlaten spoorwegen, afgelegen crescendo’s die zonder schaamte huilen, euforie en de afbraak.

20. Microphones – Mt. Eerie (K, 2003)
Een haast tribale hypnosesessie langs inlandse, Afrikaanse stammen, Braziliaanse indianen en een hutje met daarin een eenzaam zingende Phil Elvrum. Wat een plaat.
 
Monday, October 18, 2004
  21. Outkast – ATLiens (LaFace, 1996)
Grensoverschrijdende hiphop. Ongelofelijk coole flows die mij deden verlangen naar het ghettolife in the dirty south (ATL!) De flow van Andre3000 is absoluut uniek. Soulvol en funked up to the maxxxx. Ik ben iemand van de oude Outkast. ‘Hey Ya’ is werelds maar de rest kan me gestolen worden. Outkast’s woordspelingen zijn uniek. Teksten doen me nog altijd breed lachen "I'm fascinated by the way yo nipples peak at me through yo blouse / freaky me, freaky you / can't help but be aroused / 'scuse me lord less for thinkin / but that's the way we was brought up / sneakin to watch playboy at night / we all must be caught up in worldly ways..." Crunk, hier staat je wieg.

22. Raekwon – Only Built For Cuban Linx (Loud, 1995)
De Wu Tang saga bereikte een absolute piek in 1995 met de release van Gza’s Liquid Swords en dit debuut van Raekwon (The Chef). Grootse verhalen over de perikelen in de New Yorkse projects. Zo echt, je hoort de kogels voorbij suizen. Raekwon en Ghostface samen = magie.

23. Public Image Ltd. – Metal Box (Virgin, 1979)
"Poptoooones!"
In heerlijk plat Lydon-engels verkondigt. Het postpunk-evangelie Publig Image Ltd.-stijl. Jah Wobble’s diepe baslijnen trekken een slijmspoor door het postpunkgeweld van The Fall en Gang Of Four. Dit is echt heel vers voor mij. Ik heb de naam wel eens voorbij zien komen. Maar, you know who, deed me deze prachtige metalen doos aanschaffen. Dit kon wel eens mijn link naar de, totnutoe door mij ongewaardeerde kracht, van dub zijn.

24. M83 – Dead Cities, Red Seas & Lost Ghosts (Gooom, 2003)
Hmmmmm. Gigantisch over the top maar zo lekker. Vergelijkbaar met geglazuurde aardbeientaart met een krokante bodem. Gewoon teveel van het goede. De synthesizerclimaxen die het Franse duo keer op keer bereiken worden mij nooit teveel. Is er shoegaze op Mars?

25. The Smiths – The Smiths (Sire, 1984)
Ik was zes en ik danste op 'Reel Around The Fountain'. Niet dus, ik had die gekuifde meneer nog nooit gezien tot voor een paar jaar terug. Dit debuut ging ik ook pas luisteren na The Queen Is Dead. Hij had niet zo'n impact maar mooi is hij mooi wel. 'This Charming Man' is een Smiths hoogtepunt.

26. Grandaddy – The Sophtware Slump (V2, 2000)
Grandaddy doet me denken aan de tijden dat ik nog met Lego en Playmobil speelde. Tot zo’n twee jaar terug ongeveer ;). Schijnbaar slordige rommelpop die heerlijk wegkabbelt tegen welke achtergrond dan ook. Spelen met muziek, Grandaddy is de machinist op de Playmobiltrein van de indieflierefluiters.

27. Jesus & Mary Chain – Psychocandy (Warner Bros, 1985)
Feedbackende gitaren verhullen snoepjes van popsongs. Zo creëer je een magisch spanningsveld. Contrast is een bijzondere kunstvorm die op Psychocandy een van haar hoogtepuntjes bereikt.

28. My Bloody Valentine – Isn’t Anything (Creation, 1988)
Soft as snow / but warm inside”, hoe mooi is dat?! Dit is een tripplaat die je langs onbekende gebieden leidt. Wat is dit eigenlijk? Wijs me een plaat aan die klinkt zoals deze. Uniek en schokkend tegelijk.

29. Bark Psychosis – Hex (Caroline, 1994)
Ook Graham Sutton hoort in een rijtje met helden. Een ster op mijn walk of beauty, zo hoort dat. Adembenemende schetsen waarin ruimte hand in hand gaat met transparante ritmes.

30. Bardo Pond – On The Ellipse (ATP, 2003)
Ultiem, schmultiem. Dit is echt de ultieme stonerplaat voor mij. Het is geen stoner! Hoor ik je denken. Oh nee, dit is pretsigaretmuziek, who cares about stoner als je dit hebt. Ik gum die hokjes wel even uit.
 
Sunday, October 17, 2004
  31. Jeff Buckley –Grace (Columbia, 1994)
De manier waarop Buckley al die hoge noten haalt op zijn eigen gepijnigde manier, daar krijg ik kippenvel van.

32. Neutral Milk Hotel – In The Aeroplane Over The Sea (Merge, 1998)
Boe Mariah! Boe Christina! Boe! Als je zingt zoals Jeff Mangum dan stop je pas emotie in je woorden. De plaatjes die hij oproept in zijn teksten zijn zwart-wit, donkerbruin, van voor de kleurentelevisie, weetjewel, die sfeer. Heerlijk.

33. John Coltrane – A Love Supreme (Impulse!, 1964)
Laat ik het zo zeggen: als dit mijn introductie tot echte jazz zou zijn geweest en niet Kind Of Blue dan was ik nu een jazzofiel pur sang. Alles, vooral dat heerlijke geplengel met die bekkens en die cymbalen (sp?), doet me snakken naar meer.

34. The Microphones – The Glow Pt. 2 (K, 2001)
Geniale collage-indie. Soms intiem dan weer bombastisch en schreeuwend om aandacht.

35. Mercury Rev – All Is Dream (V2, 2001)
Sprookjesmuziek. Zo is het. De hoge vocalen en de bombastische muziek doen je verlangen naar een leven in Wonderland. Mag ik mee Alice? Toe?

36. Wu Tang Clan – Enter The Wu Tang (36 Chambers) (Loud, 1993)
Rauw als fuck. Wu Tang heeft alles. Raschte muzikale genieën (Rza, Gza), gouden tekstsmeden (Raekwon, Gza, Masta Killa), de enige echte hiphop-crooner (Ghostface), charmeur en lolbroek (Method Man) een geniale idioot (Ol’ Dirty Bastard, nu overigens Dirt McGirt! Hoe geniaal is dat!) en een leger aan bovenmatige soldiers (Ugod, Inspektah Deck, Killah Priest, Capadonna). De shaolin thematiek past perfect bij de straatperikelen en de harde waarheid waarin de Wu zich bevond in 1993. Nu is het bling hier en Moët daar. Waren ze nog maar zo jong en onbezonnen.

37. Black Dice – Beaches & Canyons (DFA, 2002)
Black Dice’s flirten met de surf-spirit zullen weinig Beach Boys fanaten begrijpen. Maar Beaches & Canyons trekt met een variatie aan hypnotiserende structuren die gaan van exotische soundscapes naar Boredoms-achtige noise prachtige strepen door het zandstrand.

38. Squarepusher – Music Is Rotted One Note (Nothing, 1998)
Mijn raam naar een onontgonnen jazzvlakte. Even verliet Jenkinson de verwarrende drill ‘n’ bass paden om een eerbetoon aan Miles te creëeren. Hij slaagt en weet mij mee te trekken in zijn enthousiasme.

39. Godspeed You! Black Emperor – Lift Your Skinny Fists… (Constellation, 2000)
It takes dedication [..]” zegt een stem tijdens ‘Static’. Damn right it does! Om een emotie, door muziek, zo hoog te laten opstijgen en met donderslag op donderslag te laten imploderen, daar is toewijding voor nodig. Bedankt daarvoor.

40. Charles Mingus – The Black Saint & The Sinner Lady (Impulse! 1963)
Veilig op nummer veertig want nog lang niet verorberd en kunnen waarderen op echte kracht. De orkestrale jazz en de woorden van Mingus zijn zieleknijper in het boekje zetten jazz en vooral Mingus in een diep, emotioneel perspectief.
 
Friday, October 15, 2004
  41. Metallica – Ride The Lightning (Elektra, 1984)
De furie en de diepe gevoelens die Ride The Lightning blootlegt waren voor mij reden om eeuwige trouw te zweren aan Metallica. Hun laatste werk heeft me die belofte helaas moeten doen breken. Maar dit is Metallica op hun best. De aggressieve melodieën en superstrakke ritmes slepen je meeeeeeee…

42. Snoop Doggy Dogg – Doggystyle (Death Row, 1993)
G’s up, hoes down. Zo glad als Snoop is er geen een. Zijn luie flow en de beats uit Dre’s geniale hoofd zorgen voor de ultieme synthese tussen gangster en genialiteit. He own them motherfuckers. Stuk voor stuk.

43. Pulp – This Is Hardcore (Island, 1998)
Theatrale vocalen en de sfeer van This Is Hardcore doen mijn hart zachtjes gloeien.

44. Bright Eyes – Lifted..Or The Story Is In The Soil (Saddle Creek, 2002)
Ik zal hem niet vergelijken met Dylan. Dat schijnt onrechtvaardig te zijn, ik heb niks met die ouwe eigenlijk. Stiekem doe ik Bright Eyes toch af als mijn Dylan. Geen sociale vraagstukken maar wel veel, heel veel persoonlijke. Zijn stem kent (net als Dylan overigens) net zo veel vijanden als vrienden en het theatrale pubertheater is soms teveel van het goede. Maar dat doet er niet toe als je van die prachtige verhalen kunt schrijven met daarbij muziek die gemaakt is voor harten van zachte was.

45. Low – Things We Lost In The Fire (Kranky, 2001)
Wie zegt dat Low saaaai is heeft toch wel een aantal schroeven los. Draai eerst die van emotie eens aan, die van emotie, die van emotie, die van emotie en die van emotie. De pastorale krachten, de serene vocalen en de bombastische aankleding die daarmee contrasteert. Adembenemend.

46. The Cure – Disintegration (Elektra, 1989)
Ik hou van dramatische melancholie, zoveel zelfs dat ik erin wil zwelgen als ik daar zin in heb. Disintegration is dan alles dat ik nodig heb. Snik….laat me maar even.

47. Radiohead – The Bends (Capitol, 1995)
Het duel tussen het getergde gitaarspel van Jonny Greenwood, de perfecte melodieën en de gekrenkte vocalen van Thom Yorke wordt op The Bends in een bewonderenswaardige popliedjes-mal gegoten. ‘Bulletproof (I wish I was..)’, ‘Fake Plastic Trees’, ‘The Bends’ en ‘My Iron Lung’ zijn simpel maar uiterst doeltreffend en dieper dan je mag verwachten van het britpopbandje dat ze toentertijd nog waren.

48. David Bowie – Low (Virgin, 1977)
Eno aan de knoppen, Bowie aan de dope? Achter de microfoon is ook goed. Low is een perfecte symbiose tussen kunst en muziek, sfeer en emotie, een traan en een glimlach.

49. Fennesz – Venice (Touch, 2004)
Even dacht ik dat Fennesz zichzelf niet kon overtreffen met Endless Summer op zijn c.v.. Mispoes, Venice is minstens zo sterk. De ruisbaden zijn majestueus en de gelaagdheid is veel subtieler. Fennesz doet me bang zijn voor een toekomst met man-machines. Ze zijn zo gevoelig zeggen die vrouwen dan. En dat klopt.

50. The Smiths – Strangeways Here We Come (Sire, 1985)
Queen Of Dead konden ze niet overtreffen, dat was duidelijk. Evenaren bleek ook te hoog gegrepen maar Strangeways Here We Come boeit wel enorm. Marr en Morrissey botsten steeds vaker en dat uit zich in het experimentele popkarakter van het album. ‘Girlfriend In A Coma’, ‘Stop Me If You Think You’ve Heard This One Before’ en ‘Last Night I Dreamt That Somebody Loved Me’ zijn van ongeremde weltschmerz-klasse.
 
Tuesday, October 12, 2004
  51. A Silver Mt. Zion – He Has Left Us Alone But Shafts of Light Sometimes Grace the Corners of Our Rooms (Constellation, 2000)
Kippenvel met hele fijne weerhaakjes. Dikke tranen rollen dan ook over mijn wangen tijdens ‘Movie (Never Made)’. De violen, de sluimerende maar onvermijdelijke climax op climax op climax op climax etc etc etc. snik..

52. Interpol – Turn On The Bright Lights (Matador, 2002)
Zwaarmoedig maar uiterst zelfverzekerd knalt deze plaat nog regelmatig uit mijn luidsprekers. Vooral Antics doet me beseffen dat dit echt een bijzonder album is.

53. Mogwai – Come On Die Young (Matador, 1999)
Iggy’s woorden aan het begin. De destructie van conventies door het hele album. Opbouwen en aggressief afbreken. Verbijsterend hoe dit album wordt gezien als hun mindere. Ook waar: [ blur : are shite ]

54. Black Rebel Motorcycle Club – B.R.M.C. (Virgin, 2000)
Nu pas weet ik dat BRMC nooit had bestaan als Jesus & The Mary Chain er niet waren geweest. Complete klonen natuurlijk. Een goed gelukt experiment want liedjes als ‘Red Eyes And Tears’, ‘As Sure As The Sun’ en ‘Whatever Happened..’ zijn tripblues-documenten bij uitstek. Gierend en tierend.

55. Metallica – Master Of Puppets (Elektra, 1986)
Het epische ‘Orion’ was misschien wel een teken aan de wand als de verstokte postrockliefhebber die ik nu ben. De apocalyps verheerlijkt en verafschuwd tegelijk.
Teksten die niet simpel over ledematen en andere metalclichés handelden. Dit was echt en het barst van de aggressieve, diepe emotie.

56. Slint – Spiderland (Touch & Go, 1991)
Een achtbaanrit langs trauma’s, donkere emoties en verstopte gevoelens. Hard-zacht, fluisteren-schreeuwen. Het echte leven, een begin van een nieuw tijdperk in vele opzichten.

57. MC5 – Kick Out The Jams (Elektra, 1969)
Beste live album ooit? De energie spat er nu, 35 jaar later, nog vanaf. Onvoorstelbare punklegendes die, tien jaar voor The Sex Pistols ‘Anarchy In The U.K.’ predikten, de punklat al enorm hoog legden.

58. Hood – Cold House (Aesthetics, 2001)
Toen ik Kid A verorberd had ging ik eigenwijs als ik was natuurlijk op zoek naar albums die net zo klonken. Cold House komt daar ongetwijfeld het dichtst bij in de buurt.

59. Mercury Rev – Deserter’s Songs (V2, 1998)
Deze leerde ik later kennen dan All Is Dream, de impact was iets minder maar de uitvoering is wederom schitterend. Deserter’s Songs is het moment dat Mercury Rev van noisepopdromers tot utopische dromers verworden. Het levert wonderlijke panorama’s op die me nog altijd doen verwonderen of het leven niet een droom is of een nachtmerrie. Daar ben ik nog niet uit. Het is vast iets ertussen in.

60. Spiritualized – Ladies and Gentlemen We Are Floating In Space (Arista, 1997)
Eacht tablet contains 70 minutes. Wat een pil, wat een trip. Geweldige gospel-psychedelia in een supersonisch jasje met een geweldige hartenbreker (‘Broken Heart’) en een megatrip (‘Cop Shoot Cop’) als afsluiter. Ultiem genot.
 
Sunday, October 10, 2004
  61. Pink Floyd – Animals (Capitol, 1977)
Pink Floyd hoe ik ze hebben wil. Episch, melancholisch, pikzwart en betoverend. De cheesiness van Wish You Were Here is hier nergens te vinden. En geef toe, we zijn toch ook Pigs, Sheep en Dogs? Allemaal.

62. Sigur Ros – ( ) (MCA, 2002)
De tweede was toch minder en nog is hij schitterend. Een super intense pianoballade. Het over the top megabombast en de melancholische afbraak van dat alles. Keer op keer worden meegezogen in de imploderende gitaarklanken, diep in jezelf gekeerd.

63. Underworld – Everything, Everything (JBO, 2000)
Langzaam kreeg ik weer gevoel voor smaak toen ik van trance etc. omboog richting techno en vooral Underworld. Eigenlijk alleen Underworld voor een tijdje. Dit live album kwam dus als geroepen. Geweldige energie.

64. Grandaddy – Under The Western Freeway (Will, 1997)Het hoogtepunt van Under The Western Freeway is de heerlijke springerige keyboardmelodie van ‘AM 180’. Stilzitten kan niet. Kind zijn mag weer, wat een opluchting.

65. Miles Davis – Kind Of Blue (Columbia, 1959)
Ook mijn eerste Miles-ervaring. Toegankelijk, relaxend en erg mooi. Toch vind ik hem hoe meer jazz ik luister steeds schraler afsteken bij de rest. Schraal, is erg relatief natuurlijk als je het over Miles hebt.

66. Autechre – Confield (Warp, 2001)
De muzikale equivalent van een oude samurai flick. Vooral ‘Pen Expers’, flitsende beats en glitches als soundtrack voor onnavolgbare samurai acties. Het klinische Autechre geluid vindt hier haar hoogtepunt.

67. Alvin Lucier – I Am Sitting In A Room (Lovely, 1990)
Dit stuk opende mijn visie op muziek. Dit is namelijk geen muziek. Dit is maximale stemvervorming om uiteindelijk toch het land van “muziek=klank” te bereiken. Het concept is intrigerend. Zoek het eens op zou ik zeggen.

68. Method Man – Tical (Def Jam, 1994)
What’s that shit you’re smoking? Ticaaal”, een jointje roken werd nog leuker met dit debuut van Meth. Rauwe beats, NYC Wu Tang style. Meth’s hese stem eiste bewondering en openlijk prezen we hem als onze nieuwe straatheld. “Ticaaal”, riepen we dan. Blank als we waren.

69. Pantera – Vulgar Display Of Power (East West, 1992)
Altijd een zwak voor echt, streetwise en ruig gehad. Dat was Phil Anselmo ten top. Dat was Pantera’s vuige hardcore metal ten voeten uit. Vulgar Display Of Power kent geen genade, beukt recht op zijn doel af en laat je met een dikke lip achter. Zo moet dat.

70. Tindersticks – Curtains (London, 1997)
In mijn zoektocht naar de meest melancholische treurwilgen stuitte ik op Curtains. Een enorm vat aan triestheid en zwaarmoedige sfeer. Heerlijk zwelgen in andermans verdriet, genieten van trieste violen, intense bombast en af en toe een lach. Lekker dus.
 
Friday, October 08, 2004
  71. Fushitsusha – Pathetique (PSF, 1996)
Keiji Haino maakt elke gitaarsolo overbodig. Fushitsusha is een grote improviserende gitaarmasturbatie-manifestatie, dit is het land van extremen. Het geselen van de snaren. Meer is beter, dat blijkt wel weer.

72. Matmos – A Chance To Cut Is A Chance To Cure (Matador, 2001)
Als je een album maakt dat geheel bestaat uit samples opgenomen in operatiekamers dan heb je mijn aandacht. En als dat alles ook nog in zo’n vorm gegoten wordt dat het heerlijk wegluisterd als licht verteerbare idm dan is dat helemaal een wereldprestatie.

73. Nick Drake – Bryter Layter (Hannibal, 1970)
Met Drake ben ik ook nog niet klaar, nog lang niet. Wat dat betreft is het goed dat jij ertussen uit is gepiept. Een discografie van meer dan tien albums had ik niet aangekund. Totnutoe is Bryter Layter mijn favoriet, mooi aangekleedt, simpele pracht van een betoverende klasse.

74. Boredoms – Super Ae (Birdman, 1998)
Kraut-trash-noise? Can op de koffie bij Merzbow? Boredoms is heel veel in ë&#235n. Een supersonische trip langs geflipte samples, versnelde tapeloops die je oren binnenstebuiten draaien en loodzware basriffs. Maar ook hypnotiserende drones die je schijnheilig verleiden. Krautrock moderne stijl, geweldig spul.

75. Spacemen 3 – Playing With Fire (Taang, 1989)
C'mon take me for a riiiiide
De slome marsdrums en Sonic Boom’s geflipte effecten die de diepte in echoën tijdens ‘How Does It Feel’ geven een beeld van hoe zwaar de jongens in het experiment (lees: dope) zaten. Al met al komen daar een paar behoorlijk mooie liedjes uit voort. Orgels, de gierende gitaren in het overweldigende ‘Revolution’ en bezwerende zang doen magistraal hun werk. Trip!

76. Metallica – Black Album (Elektra, 1991)
Een album dat ik gewoon moest hebben. Hetfield was mijn held. Wijdbeens, zijn gitaar op kniehoogte, licht voorovergebogen, een boze frons en die markante baard. Ik lette wel op. Sad But True?

77. Lightning Bolt – Wonderful Rainbow (Load, 2003)
Continu met een grindtegel vol op je kanis geramd worden. Wat is zelfkastijding toch lekker als Lightning Bolt het overneemt. Want dat doen ze, Wonderful Rainbow neemt bezit van je rationeel vermogen. Immers, wie zet dit nu voor zijn plezier op? Dolle drums, moddervette bas, krankzinnige vocalen. Slurp…

78. Slayer – Seasons In The Abbyss (American, 1990)
Terwijl de rest graag bij Iron Maiden bleef hangen was ik klaar voor de volgende stap. Achteraf, zeggen ze, is dit niet eens hun beste. Kan me niet schelen, hij heeft een plaatsje in mijn hart veroverd. Avondenlang heb ik hier mijn adem aan opgebruikt, mijn vrienden deden gezellig mee. Vroeger was alles beter zeggen ze wel eens. Ben ik het over het algemeen niet zo mee eens maar zo’n avonden heb ik nooit meer meegemaakt. De smaken verschillen wel erg op het moment. Maar toen zette ik de toon, dit moest men horen.

79. Radiohead – Amnesiac (Capitol, 2001)
Als je dan met zo’n lekkere restjes blijft zitten na de Kid A opnames dan doe je er verstandig aan die op een album te smijten. Briljantjes als ‘Pyramid Song’, ‘I Might Be Wrong’ en ‘Knives Out’ kun je gewoon niet laten liggen. Ik lik dat bord nog af ook.

80. Loveliescrushing – Xuvetyn (Projekt, 1995)
Buiten jezelf treden, zweven, laat je ziel even achter. Pure lust. Diepe magie. Xuvetyn is alles tussen Loveless en Heaven Or Las Vegas verenigd en met dikke glazuur overgoten. Ijzingwekkend mooi dit.
 
Wednesday, October 06, 2004
  81. Portishead – Dummy (Go Discs!, 1994)
Die stem, net of ze langs je staat, Beth Gibbons. Krakend fluistert ze in je oor, de slome sfeerbeats creëeren de setting. Een sigaar, een zwarte hoed, mooi pak. Veel rook. Schitterend.

82. Morbid Angel – Blessed Are The Sick (Combat, 1991)
Het is niet hun beste. Dat boeide me voor geen meter toen hij uitkwam. Ik genoot van de teksten. Satanisme ten top. Ik vertaalde ze zelfs naar het Nederlands! Ongelogen. Sindsdien weet ik zeker dat ik atheïst ben. “Whoaoaaa we are sick!

83. Sonic Youth – Daydream Nation (DGC, 1988)
De teksten zijn mijn reden dat deze Sonic Youth in mijn lijst staat. De muziek vind ik niet echt overtuigen, daarin sta ik vast alleen. Achterhaald ja. Dat is het.

84. Labradford – Mi Media Naranja (Blast First!, 1997)
Mi Media Naranja is mijn soundtrack voor een zwoele avond in een woestijn. Bij voorkeur die aan de grens tussen Noord-Amerika en Mexico. Schitterend opgebouwde postrock, gitaren die sidderen op een langzaam aangewakkerd vuur van sfeer.

85. Charalambides – Joy Shapes (Kranky, 2004)
Een keer heb ik het album abrupt afgezet. Het was een intiem moment. De hypnotiserende mantra’s maakten me bang. Echt, de oprispende gitaarklanken gecombineerd met de felle, echoënde zanglijnen deden me denken aan voodoo-praktijken (die ik overigens nog nooit mee heb gemaakt maar toch, maar toch). Onwerkelijk.

86. Autechre – Tri Repetae ++ (Warp, 1995)
Mijn eerste aanraking met de abstracte Autechre kunst. Ook door mij in eerste instantie niet op waarde geschat. Vooral in het bijzijn van vrienden kreeg ik wel eens een brok in mijn keel als ze vroegen wat ik daar nou aan vond. Het is inmiddels duidelijk. Dit is mijn soundtrack voor een periode van wanorde en emotionele onverschilligheid. De metaalbeats en de zuigende effecten knijpen mijn ziel nog steeds samen zodat rationeel denken haast onmogelijk wordt.

87. Popgroup – Y (Radarscope, 1979)
Vreemd! De naam bedriegt, dit is geen pop maar gefragmenteerde postpunk. Deeltjes ritme en melodie verspreidt over het hele slagveld. Moeilijk in een keer te verteren maar als je ervoor gaat zitten en let op de verschillende instrumenten die zomaar in de mix worden gegooid dan is het de moeite meer dan waard. Weird motherfuckers.

88. Michael Jackson – Thriller (Epic, 1982)
Een simpele kwestie van jeugdsentiment. De liedjes op Bad waren nu eenmaal beter. Vond ik.

89. Scott Walker – Tilt (Drag City, 1995)
Het lijkt een hel, een diep, gitzwart gat waarin teer en modder al het leven bedekt. Maar onder het teer zingt Walker nog zeer onregelamtig zijn liedjes. Tilt is een document van onbehagen, diepe rouw om het leven en dat is af en toe heerlijk om naar te luisteren. De barokke, bombastische musique is extreem rauw, sissend, afstandelijk, bijna storend frustrerend. Heel veel bijna, dat is Tilt. Bijna het einde van de wereld, bijna het einde van je ik, bijna het einde van alles. Tot het album afgelopen is. Dan begint alles weer van vooraf aan.

90. Sepultura – Chaos A.D. (Roadrunner, 1993)
Die geweldig ruige gasten met hun lange dreads en bebaarde onderkinnen. De Zuid-Amerikaanse ritmes, die bonkende Igor Cavalera-drums en de diepe grom van Max die dagenlang in mijn hoofd doordreunde. Een belevenis en het enige dat ik echt kan/kon waarderen als Zuid-Amerikaans exportproduct. Naast het voetbal en Shakira maar dat spreekt voor zich.
 
Monday, October 04, 2004
  91. Biohazard – Urban Discipline (Roadrunner, 1992)
"Urban discipline motherfucker"! Dat riep ik vroeger wel eens, als ik op mijn bed lag en naar dit plaatje luisterde. Mijn eerste hardcore ervaring. Sick Of It All daar had ik niet zo veel mee. Toch van eenzelfde laken een pak maar vooral die schreeuwert Evan Seinfeld vond ik zo ontzettend stoer. Zo’n boerenzakdoek om zijn hoofd, een brede bast vol tattoos. Jahaa, zo wilde Joris ook wel zijn. Urban Discipline is één brok New Yorks beton, angst, boosheid, stoere praat. De geboorte van nu metal, wat erna kwam valt in het niet bij Urban Discpline. Woord aan je moeder.

92. Current 93 – All The Pretty Little Horses (United Durtro, 1997)
Pas ontdekt maar nu al onmisbaar. De intense fluisterstem van David Tibet knaagt aan mijn grenzen. Sprookjes? Lachwekkend? Overdreven? Misschien wel maar de sfeer is onbeschrijflijk, zwelgen in pure horror. Met slechts een piano en Tibet’s stem. Marilyn Manson rent huilend weg. Charles ook trouwens.

93. Chapterhouse – Whirlpool (Dedicated, 1991)
Heerlijk, heerlijk, heerlijke shoegaze die niet bang is om het een tandje sneller, vuiger en brutaler te zijn. Chapterhouse is het verloren shoegaze-kindje. Een onerkend supertalent dat nooit verder kwam dan een leven in de schaduw van My Bloody Valentine en Ride. Onterecht uiteraard. ‘Autosleeper’ roelt bigtime!

94. Tangerine Dream – Phaedra (Virgin, 1974)
Ik wordt graag betoverd, om het feit dat Tangerine Dream dit al ruim dertig jaar doet heb ik grote bewondering. En niet alleen doen ze dat al dertig jaar, het werkt nog steeds. Phaedra is een zeemeermin die vanuit een diepe oceaan voor je zingt, vervormt door het zilt en de golven bereikt haar gezang je als zachte, warme klankdekens die zich subtiel om je oren slaan. Geen gelul, luister maar.

95. Russel Haswell & Masami Akita – Satanstornade (Warp, 2002)
Masami! Da’s Merzbow, krrrrrrr, en dat 70 minuten lang. Niet voor iedereen weggelegd en hoewel ik van extremen houdt, dit verteer ik in kleine porties. Satanstornade is niet alleen takkeherrie, het zijn retediepe grooves, hypnotiserende diepten die je kunnen betoveren. Spul om in te verdrinken als je je waarden en normen even onder de theemuts zet.

96. Tim Hecker – Haunt Me, Haunt Me, Do It Again (Substractif, 2001)
Een bescheiden man die Hecker, toen ik hem interviewde wist hij me te charmeren als een down to earth-gozer die liever zijn muziek laat spreken. Optredens doet hij dan ook niet op podia maar ergens in een hoekje van de zaal. Haunt Me, Haunt Me, Do It Again is een sfeervol stuk superambient. Eeuwig zal hij worden vergeleken met die andere ruisgod, Fennesz. Bij vlagen is Hecker Fennesz’ meerdere, echt waar.

97. Ride – Nowhere (Sire, 1990)
Een diepblauwe golf die langzaam aan kracht wint om hoog op te rijzen en krachtig weer neer te komen op het zoute water. De hoes van Nowhere. Het komt erg dicht bij de waarheid als het gaat om de muziek. Dikke muren gitaargeweld en gouden popmelodieën die van binnenuit langzaam naar het oppervlak borrelen.

98. Kaffe Matthews – cd eb + flo (Anneteworks, 2003)
Sine-wave majestiek. Kaffe is een vrouw en of je dat nu leuk vind of niet, dat hoor je. De prachtige geluidsgolven gaan van subtiel naar schel. Ze mondden soms uit in een catfight tussen ultrahoge tonen en sinistere glitch en weten, mits afgespeeld op hoooog volume, diep te intrigeren. Ik kreeg hem als promo van Mars. Ik ben die marsman eeuwig dankbaar.

99. Shalabi Effect – Trial Of St. Orange (Alien 8, 2001)
Je vraagt je af hoe een bos er steeds maar anders uit kan zien. De jaargetijden geven andere kleuren, andere sfeer, andere geluiden. Trial Of St. Orange is de evenknie van zo’n bos, dat altijd ademt, altijd leeft en altijd verandert. Een symbiose tussen postrock, experimenteel geploeter, avantgarde en wereldmuziek die wat mij betreft nog niet geëvenaard is.

100. Placebo – Without You I’m Nothing (Virgin, 1998)
Gierende Sonic Youth-gitaren, androgyne vocalen, een voorman met een hoog rockchick gehalte. Wannabee Ziggy? Whatever, zal hij zeggen. Op Without You I’m Nothing staan klinkende popliedjes die door merg en been gaan. Een perfect voorbeeld van hoe puberpijn en romantiek perfect kunnen samenkomen in loeiende rockmuziek.
 
Een momentopname

Name:
Location: Venlo, Netherlands
ARCHIVES
Monday, October 04, 2004 / Wednesday, October 06, 2004 / Friday, October 08, 2004 / Sunday, October 10, 2004 / Tuesday, October 12, 2004 / Friday, October 15, 2004 / Sunday, October 17, 2004 / Monday, October 18, 2004 / Friday, October 22, 2004 / Sunday, October 24, 2004 /


Powered by Blogger