81.
Portishead – Dummy (Go Discs!, 1994)
Die stem, net of ze langs je staat, Beth Gibbons. Krakend fluistert ze in je oor, de slome sfeerbeats creëeren de setting. Een sigaar, een zwarte hoed, mooi pak. Veel rook. Schitterend.
82.
Morbid Angel – Blessed Are The Sick (Combat, 1991)
Het is niet hun beste. Dat boeide me voor geen meter toen hij uitkwam. Ik genoot van de teksten. Satanisme ten top. Ik vertaalde ze zelfs naar het Nederlands! Ongelogen. Sindsdien weet ik zeker dat ik atheïst ben. “
Whoaoaaa we are sick!”
83.
Sonic Youth – Daydream Nation (DGC, 1988)
De teksten zijn mijn reden dat deze Sonic Youth in mijn lijst staat. De muziek vind ik niet echt overtuigen, daarin sta ik vast alleen. Achterhaald ja. Dat is het.
84.
Labradford – Mi Media Naranja (Blast First!, 1997)
Mi Media Naranja is mijn soundtrack voor een zwoele avond in een woestijn. Bij voorkeur die aan de grens tussen Noord-Amerika en Mexico. Schitterend opgebouwde postrock, gitaren die sidderen op een langzaam aangewakkerd vuur van sfeer.
85.
Charalambides – Joy Shapes (Kranky, 2004)
Een keer heb ik het album abrupt afgezet. Het was een intiem moment. De hypnotiserende mantra’s maakten me bang. Echt, de oprispende gitaarklanken gecombineerd met de felle, echoënde zanglijnen deden me denken aan voodoo-praktijken (die ik overigens nog nooit mee heb gemaakt maar toch, maar toch). Onwerkelijk.
86.
Autechre – Tri Repetae ++ (Warp, 1995)
Mijn eerste aanraking met de abstracte Autechre kunst. Ook door mij in eerste instantie niet op waarde geschat. Vooral in het bijzijn van vrienden kreeg ik wel eens een brok in mijn keel als ze vroegen wat ik daar nou aan vond. Het is inmiddels duidelijk. Dit is mijn soundtrack voor een periode van wanorde en emotionele onverschilligheid. De metaalbeats en de zuigende effecten knijpen mijn ziel nog steeds samen zodat rationeel denken haast onmogelijk wordt.
87.
Popgroup – Y (Radarscope, 1979)
Vreemd! De naam bedriegt, dit is geen pop maar gefragmenteerde postpunk. Deeltjes ritme en melodie verspreidt over het hele slagveld. Moeilijk in een keer te verteren maar als je ervoor gaat zitten en let op de verschillende instrumenten die zomaar in de mix worden gegooid dan is het de moeite meer dan waard.
Weird motherfuckers.
88.
Michael Jackson – Thriller (Epic, 1982)
Een simpele kwestie van jeugdsentiment. De liedjes op
Bad waren nu eenmaal beter. Vond ik.
89.
Scott Walker – Tilt (Drag City, 1995)
Het lijkt een hel, een diep, gitzwart gat waarin teer en modder al het leven bedekt. Maar onder het teer zingt Walker nog zeer onregelamtig zijn liedjes.
Tilt is een document van onbehagen, diepe rouw om het leven en dat is af en toe heerlijk om naar te luisteren. De barokke, bombastische musique is extreem rauw, sissend, afstandelijk, bijna storend frustrerend. Heel veel bijna, dat is
Tilt. Bijna het einde van de wereld, bijna het einde van je ik, bijna het einde van alles. Tot het album afgelopen is. Dan begint alles weer van vooraf aan.
90.
Sepultura – Chaos A.D. (Roadrunner, 1993)
Die geweldig ruige gasten met hun lange dreads en bebaarde onderkinnen. De Zuid-Amerikaanse ritmes, die bonkende Igor Cavalera-drums en de diepe grom van Max die dagenlang in mijn hoofd doordreunde. Een belevenis en het enige dat ik echt kan/kon waarderen als Zuid-Amerikaans exportproduct. Naast het voetbal en Shakira maar dat spreekt voor zich.