61.
Pink Floyd – Animals (Capitol, 1977)
Pink Floyd hoe ik ze hebben wil. Episch, melancholisch, pikzwart en betoverend. De
cheesiness van
Wish You Were Here is hier nergens te vinden. En geef toe, we zijn toch ook
Pigs, Sheep en Dogs? Allemaal.
62.
Sigur Ros – ( ) (MCA, 2002)
De tweede was toch minder en nog is hij schitterend. Een super intense pianoballade. Het
over the top megabombast en de melancholische afbraak van dat alles. Keer op keer worden meegezogen in de imploderende gitaarklanken, diep in jezelf gekeerd.
63.
Underworld – Everything, Everything (JBO, 2000)
Langzaam kreeg ik weer gevoel voor smaak toen ik van trance etc. omboog richting techno en vooral Underworld. Eigenlijk alleen Underworld voor een tijdje. Dit live album kwam dus als geroepen. Geweldige energie.
64.
Grandaddy – Under The Western Freeway (Will, 1997)Het hoogtepunt van
Under The Western Freeway is de heerlijke springerige keyboardmelodie van ‘AM 180’. Stilzitten kan niet. Kind zijn mag weer, wat een opluchting.
65.
Miles Davis – Kind Of Blue (Columbia, 1959)
Ook mijn eerste Miles-ervaring. Toegankelijk, relaxend en erg mooi. Toch vind ik hem hoe meer jazz ik luister steeds schraler afsteken bij de rest. Schraal, is erg relatief natuurlijk als je het over Miles hebt.
66.
Autechre – Confield (Warp, 2001)
De muzikale equivalent van een oude samurai flick. Vooral ‘Pen Expers’, flitsende beats en glitches als soundtrack voor onnavolgbare samurai acties. Het klinische Autechre geluid vindt hier haar hoogtepunt.
67.
Alvin Lucier – I Am Sitting In A Room (Lovely, 1990)
Dit stuk opende mijn visie op muziek. Dit is namelijk geen muziek. Dit is maximale stemvervorming om uiteindelijk toch het land van “muziek=klank” te bereiken. Het concept is intrigerend. Zoek het eens op zou ik zeggen.
68.
Method Man – Tical (Def Jam, 1994)
“
What’s that shit you’re smoking? Ticaaal”, een jointje roken werd nog leuker met dit debuut van Meth. Rauwe beats, NYC Wu Tang style. Meth’s hese stem eiste bewondering en openlijk prezen we hem als onze nieuwe straatheld. “
Ticaaal”, riepen we dan. Blank als we waren.
69.
Pantera – Vulgar Display Of Power (East West, 1992)
Altijd een zwak voor echt, streetwise en ruig gehad. Dat was Phil Anselmo ten top. Dat was Pantera’s vuige hardcore metal ten voeten uit.
Vulgar Display Of Power kent geen genade, beukt recht op zijn doel af en laat je met een dikke lip achter. Zo moet dat.
70.
Tindersticks – Curtains (London, 1997)
In mijn zoektocht naar de meest melancholische treurwilgen stuitte ik op
Curtains. Een enorm vat aan triestheid en zwaarmoedige sfeer. Heerlijk zwelgen in andermans verdriet, genieten van trieste violen, intense bombast en af en toe een lach. Lekker dus.